Constructieve veiligheid in kwaliteitsborging: onduidelijkheden rondom gelijkwaardigheid
27 mei 2025
Constructieve veiligheid is één van de belangrijkste aspecten van het Bbl. Kwaliteitsborgers hebben hier dus veel aandacht voor. In de praktijk komen zij regelmatig discussie tegen, met name over gelijkwaardigheid. VKBN wil bijdragen aan het verkrijgen van duidelijkheid.
“De conclusie of er sprake is van gelijkwaardigheid op het gebied van constructieve veiligheid is cruciaal om te bepalen of een bouwwerk valt in gevolgklasse 1,” legt VKBN-directeur Bob Gieskens uit. Een bouwplan waarin een gelijkwaardige maatregel is opgenomen op het gebied van constructieve veiligheid, valt buiten gevolgklasse 1. Dat betekent dat het bouwplan niet via het stelsel voor kwaliteitsborging getoetst mag worden maar dat een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit moet worden aangevraagd.
“Wanneer tijdens de bouw geconstateerd wordt dat er toch sprake is van gelijkwaardigheid - bijvoorbeeld omdat het bouwplan verandert - dan ontstaat een situatie waarin de kwaliteitsborger in principe zijn werk niet kan voortzetten; er moet een vergunning aangevraagd worden.” Gieskens benadrukt dat dit leidt tot discussies tussen de opdrachtgever, de kwaliteitsborger en de gemeente. “Zeker in de beginfase is er regelmatig onduidelijkheid over de beoordeling van gelijkwaardigheid. Dit heeft consequenties, vooral voor de opdrachtgever.”
Deze onduidelijkheid leidt er regelmatig toe dat projecten vertraging oplopen, wat ook financiële consequenties heeft. VKBN doet een oproep: “Wanneer discussie ontstaat over of iets gelijkwaardig is of niet, leg de situatie dan voor aan de ATGB.” De Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften is een commissie van deskundigen; zij beoordeelt de situatie en doet een specifieke, niet bindende uitspraak. Een vereiste is dat je beiden een onderbouwing van je standpunt aanlevert. ATGB adviseert vervolgens wie gelijk heeft en waarom. VKBN wijst op de uitspraken over mortelschroefpalen en rieten schroefdaken en pleit ervoor dat partijen de uitspraak volgen: “Dit voorkomt inhoudelijke discussies en moeilijkheden in de relatie tussen de opdrachtgever, de kwaliteitsborger, de aannemer en de gemeente.”
Toetsing van constructieve elementen
Gieskens vindt het logisch dat kwaliteitsborgers veel aandacht hebben voor de toetsing van constructieve elementen. “Als het fundament van een huis niet goed is, stort het hele bouwwerk in. Het is daarom buitengewoon belangrijk dat een kwaliteitsborger tijdig een betrouwbare uitspraak over doet. Daarom is het goed dat er een open gesprek wordt gevoerd over dit onderwerp. We moeten samen bepalen hoe je als kwaliteitsborger op een goede manier de fundering en de constructie toetst. Wanneer moet ik op de bouwplaats komen? Hoe kan ik foto's gebruiken als bewijslast? En welke andere bewijslast heb ik nodig? Dit belangrijke gesprek voeren we ook binnen de vereniging. Daarom komen we binnenkort met een uitgebreider standpunt hierover.”
Bouwen met kwaliteit
Dit artikel publiceerden we in vakblad 'Bouwen met kwaliteit', editie mei 2025. In deze editie over constructieve veiligheid staan meerdere artikelen die voor kwaliteitsborgers zeer relevant zijn. Bijvoorbeeld een artikel van Hajé van Egmond over 'Kwaliteitsborging en constructieve bijzondere lokale omstandigheden' en van Wico Ankersmit over 'Mortelschroefpalen geen gelijkwaardigheid'. Wil je deze editie ontvangen? Stuur dan een mailtje naar info@vkbn.nl.